Raji Boek Vier. Charley BrindleyЧитать онлайн книгу.
me bij elke stap van hun kleine strijd om dominantie over de ander te krijgen en probeerden me elk aan hun kant te krijgen. Maar het enige wat ik deed was glimlachen, knikken of het hoofd schudden wanneer dat paste en ik was vastberaden om geen van beiden voor te trekken; ondertussen gaf hun vrolijke uitbundigheid me steeds meer energie.
Na een half uur passen en me verschillende combinaties laten zien ter goedkeuring, kozen ze eindelijk twee dezelfde sets, plus twee sets die helemaal verschillende waren. Nadat dat gedeelte van de opdracht vervuld was, koos ik twee zachte, katoenen nachtjaponnen, roze van kleur en identiek. Daarvoor werd ik beloond met twee prachtige glimlachen die ook identiek waren.
Toen de dame onze rekening gemaakt had en verklaarde dat het "maar op negen roepie vijftig" kwam, speelde Marie een van de beste versies van ontzetting die ik ooit gezien heb. Ze zette haar handen in haar zij en opende haar mond, maar voor ze het gevecht aan kon gaan met de slanke dame die boven ons alle drie uittorende, zei ik: "Dank u wel" en betaalde het volledige bedrag. In Amerikaans geld was het minder dan twee dollar en ik vond dat ze het volledig verdiend had door ons zo lang te verdragen.
Toen Marie en ik wegliepen van de balie, zag ik dat Suu-Kyi een gele bokaal aan het bekijken was. Ze stond voor een kleine tafel waarop nog verschillende van die bokalen stonden.
"Wat is dat, Suu-Kyi?" vroeg ik.
"Het is thanakacrème."
Ze liet het me zien. Ik nam het uit haar hand en net als de rest in de winkel stond ook hier geen prijs op.
"Hoeveel kost dit, alstublieft?" vroeg ik aan de grote dame terwijl ik haar de bokaal liet zien.
"Zes anna." Ze keek even naar Marie. "Nee, vijf. Enkel voor speciale klanten."
Ik probeerde mijn glimlach te verbergen terwijl ik betaalde. Marie had de prijs waarschijnlijk tot vier kunnen verlagen.
* * * * *
Zowel Suu-Kyi als Marie gaven me een hand toen we naar het hotel terugliepen; Marie hield mijn hand net iets minder stevig vast dan haar zus. Hun nieuwe kleren en ons eten zaten verpakt in drie rugzakken. We hadden besloten de groene, zeildoeken rugzakken te kopen toen we beseften dat een plotse moessonregen alles wat we meehadden drijfnat zou maken.
De rugzakken bleken nog een extra voordeel te hebben. Ze hielden niet alleen alles droog en waren makkelijk te dragen, ze verborgen ons eten ook voor de nieuwsgierige blikken van de majordomus terwijl we ermee door de lobby passeerden.
Suu-Kyi vond dat ze hun nieuwe sandalen moesten dragen op de terugweg, maar Marie zei dat de plassen in de geplaveide straten ze zouden verknoeien.
In onze kamer legden we onze buit op het bed en dan stelden de meisjes een vraag waarbij ze samenspanden alsof het met voorbedachten rade was.
"Mogen we alstublieft toelating om te baden?" vroeg Marie.
"Voor het avondeten?" ging Suu-Kyi verder met een gebaar naar het eten op het bed. En voegde er voor alle zekerheid "Mr. Busetilear" aan toe.
"Dat lijkt me een goed idee. Daarna..."
Voor ik mijn zin kon afmaken met "...kunnen jullie je nieuwe kleren passen" grepen ze hun kleren en holden naar de badkamer. Toen ik de sleutel hoorde klikken in het slot van de badkamer moest ik glimlachen; dan hoorde ik het geluid van water dat in het bad liep.
Voorbij de balkondeuren zag ik dat de regenwolken weggeblazen waren en plaats gemaakt hadden voor een zonsondergang van roze, oker en goud in een zeeblauwe, gemarmerde lucht. Ik nam een van de stoelen, sloot de gordijnen achter me en maakte het me gemakkelijk in het koele briesje in het halfduister. Ik streek een lucifer tegen de ijzeren reling om mijn pijp aan te steken, schudde het vlammetje uit en dacht na over hoe mijn leven veranderd was in de voorbije tien uur. Ik was niet meer dezelfde man als ik die ochtend geweest was. Mijn dochters hadden me van een man van achtentwintig zonder carrière of geld veranderd in een vader voor de kinderen van Kayin. Toen ik in Mandalay aangekomen was, had ik maar een doel voor ogen gehad: Kayin vinden. Nu moest ik voor de tweeling zorgen en ook hun moeder vinden.
Om de een of andere reden vond ik die eerste verantwoordelijkheid een erg aantrekkelijk vooruitzicht, ook al wist ik niets van kinderen of hoe je ze moest opvoeden. De enige ervaring die ik had was mijn eigen jeugd en hoe mijn ouders me opgevoed hadden. Ik vond dat ze het goed gedaan hadden. Ze hadden me op het juiste pad gehouden tot ik afgestudeerd was aan de academie en naar de universiteit ging. Daarna had ik de rest van mijn leven bijna verwoest en Raji's ook. Het was erg jammer dat ze geen zeggenschap meer over me hadden gehad, toch minstens tot ik mijn studies geneeskunde beëindigd had. Maar dan zou mijn leven nooit gelopen zijn zoals nu en ik zou Kayin nooit ontmoet hebben - en dan zouden Suu-Kyi en Marie nu niet in mijn bad zitten en de controle over mijn leven overgenomen hebben.
Ik dacht terug aan het voorval met het scalpel die morgen en dan aan het karige avondmaal dat op het bed lag.
"Ben ik hiertegen opgewassen?" vroeg ik me luidop af.
Ik kon mijn eigen vraag niet beantwoorden, ofwel doordat mijn geest niet in staat was om meer dan een paar eenvoudige gebeurtenissen te volgen om tot een logisch besluit te komen, of doordat ik steeds weer aan Kayin moest denken.
Meegenomen door twee Japanse officieren. Wat kan dat betekenen?
Misschien hadden ze haar als 'troostmeisje' ingezet voor de Japanse soldaten. Of, Kayin kennende, was ze misschien gearresteerd om politieke redenen. In elk geval zat ze serieus in de problemen en ik moest een manier vinden om haar te helpen.
Er was iemand in Mandalay die me kende. Die persoon had uiteraard aan de oude vrouw laten weten dat ik in het hotel was en haar mijn kamernummer gegeven opdat ze de meisjes bij me af kon leveren. Hij of zij, wie het ook was, moest iets weten over wat er met Kayin gebeurd was. Maar wie kon het zijn?
Mijn koud geworden pijp kletterde op de grond toen iemand plots de gordijnen opentrok.
Hoofdstuk vier
Mijn hand greep naar het wapen dat ik al jarenlang niet meer droeg, maar dan hoorde ik de muzikale stem van een van mijn dochters.
De meisjes stonden voor me terwijl ze de gordijnen openhielden.
"Mag ik voorstellen, de nieuwe Marie en Suu-Kyi. Wat denkt u, meneer?"
Mijn bonzend hart kalmeerde terwijl ik hen bekeek. Ze waren schoongeschrobd, hun lange zwarte haar was netjes gekamd met een perfecte scheiding aan de zijkant en ze droegen hun nieuwe kokerrok en kleurrijk vest. De ene rok reikte tot op de lederen sandalen van het meisje en was overwegend marineblauw met een felgekleurde print. Haar vest was rood en haar blouse wit. Het andere meisje had een rok aan die bijna even lang was en diagonaal gestreept met rood en geel en haar vest was blauw. Ze droeg ook een witte blouse. Ze waren voordien al mooi, maar nu waren ze adembenemend.
Met veel moeite hield ik mijn gezicht in de plooi. In plaats van te glimlachen, fronste ik mijn wenkbrauwen in een poging Marie zo goed mogelijk te imiteren, ik krabde op mijn hoofd, nam mijn pijp beet, opende mijn mond om iets te zeggen, sloot hem weer en bekeek hen allebei kritisch van kop tot teen. Dan gebaarde ik dat ze rond moesten draaien, wat ze deden.
Toen ze naar me keken, zag ik dat de uitdrukking op het gezicht van het rechtermeisje - Suu-Kyi, vermoed ik - erg bezorgd was. Maar haar zus begon te glimlachen.
"Je vindt het mooi, je vindt het mooi, meneer papa," zei Marie. "Probeer niet kwaad gezicht te maken naar ons."
Ik kon niet langer doen alsof. Ik stopte de koude pijp in mijn zak en omhelsde ze allebei.
"Ja," fluisterde ik, "jullie twee zijn de..." ik kon mijn zin niet afmaken door de brok in mijn keel. Ik slikte en begon opnieuw. "De twee mooiste meisjes van de hele wereld."
Ze maakten zich los uit mijn omhelzing met wat gegiechel.
"Nee, dat zijn we niet," zei Suu-Kyi. Ze greep haar zus bij de hand en trok haar naar de badkamer. "Onmiddellijk een minuutje terug in het raam," zei ze terwijl ze wegrenden.
Kort nadien kreeg ik twee nog mooiere meisjes te zien. Dit keer droegen ze