De Ridders. AristophanesЧитать онлайн книгу.
gaat het huis binnen)
Breng ’t gauw, m’n beste! Zie hoe ’k achterover lig!
Ben ’k eenmaal dronken, dan bestrooi ik het tooneel
100Met invalletjes en meeninkjes en plannetjes.
(Demosthenes ligt achterover. Nikias komt terug met een kan en een beker).
Tweede tooneel
Dezelfden.
Eerste Slaaf.
Gelukkig maar, dat ik niet binnen ben betrapt,
Toen ik dien wijn stal!
Tweede Slaaf.
Toen ik dien wijn stal! Wat doet de Paphlagoniër?
Eerste Slaaf.
Hij vrat zouten koeken, openlijk verkochte waar,
En snurkt nu dronken achterover op zijn leêr.
Tweede Slaaf.
105Komaan dan, schenk me gauw wat onvermengden wijn,
Om hier te plengen.
Eerste Slaaf.
Om hier te plengen. Plengen wij den goeden God!
(hij vult den beker, en reikt hem aan Demosthenes)
Drink, drink den rooden wijn gewijd aan Pramnos’ god!
(Demosthenes drinkt)
Tweede Slaaf.
O goede god, van u koom’ wijsheid, niet van mij!
Eerste Slaaf.
Wat is er nu nog meer te doen?
Tweede Slaaf.
Wat is er nu nog meer te doen? Steel drommels gauw
110De orakels, die de Paphlagoniër binnen heeft,
Zoolang hij slaapt.
Eerste Slaaf.
Zoolang hij slaapt. Het zal gebeuren, maar ik vrees
Dat dan op eens uit den goeden god een slechte groeit.
(Hij gaat naar binnen)
Tweede Slaaf.
Komaan, ik zet den kan vol wijn weer aan den mond.
(Nikias komt met een rol terug)
Derde tooneel
Dezelfden.
Eerste Slaaf.
115De Paphlagoniër ligt ronkend neêr en stinkt,
Hij merkte niet dat ik het heilig orakel stal,
Dat hij zoo trouw bewaarde.
Tweede Slaaf.
Dat hij zoo trouw bewaarde. ’n Slimme guit ben jij!
Geef hier, laat mij het lezen. En schenk jij mij in,
Een beetje gauw. Laat mij eens zien, wat staat er in?
120O gulden spreuken! reik mij gauw den beker aan.
Eerste Slaaf.
Laat zien, wat zegt ’t orakel?
Tweede Slaaf.
Laat zien, wat zegt ’t orakel? Schenk me nóg eens in.
Eerste Slaaf.
Is dat één van de spreuken „Schenk me nòg eens in?”
Tweede Slaaf.
O Bakis!
Eerste Slaaf.
O Bakis! Wat is er?
Tweede Slaaf.
O Bakis! Wat is er? Kerel, schenk me nòg eens in!
Eerste Slaaf.
Ik denk dat die Bakis nog al diep in ’t glaasje keek.
Tweede Slaaf.
125Vervloekte Paphlagoniër, heb je dit bewaard,
’t Orakel vreezend dat je zelf betrof?
Eerste Slaaf.
’t Orakel vreezend dat je zelf betrof? Hoe dan?
Tweede Slaaf.
Omdat er duidelijk staat, dat hij verloren is.
Eerste Slaaf.
Wat zeg je?
Tweede Slaaf.
Wat zeg je? Kijk eens, duidelijk staat het in de spreuk
Dat er allereerst een vlashandelaar is opgestaan,
130Die al de zaken van den staat besturen zal.
Eerste Slaaf.
Eén handelaar dus. En wat komt er dan? Spreek op.
Tweede Slaaf.
Een schapenhand’laar zal daarna de tweede zijn.
Eerste Slaaf.
Twéé handelaars dus. Wat gebeurt er dan met dien?
Tweede Slaaf.
Hij zal besturen, tot er nòg een beroerder vent
135Dan hij zal komen, en dan gaat hij op de flesch.
Dán komt er een hand’laar in huiden, een Paphlagoniër,
Een dief, een schreeuwer, met ’n stem als ’n waterval.
Eerste Slaaf.
Moet dan de schapenverkooper weêr te gronde gaan
Door een leêrverkooper?
Tweede Slaaf.
Door een leêrverkooper? Zeker.
Eerste Slaaf.
Door een leêrverkooper? Zeker. Wat een ongeluk!
140Zou er soms niet nòg een andre verkooper ergens zijn?
Tweede Slaaf.
Er is er nog één, die kerel heeft een prachtig vak.
Eerste Slaaf.
Wat voor een beroep?
Tweede Slaaf.
Wat voor een beroep? Moet ik het zeggen?
Eerste Slaaf.
Wat voor een beroep? Moet ik het zeggen? Ja, bij Zeus!
Tweede Slaaf.
Een worstverkooper zal het zijn, die hèm verdrijft.
Eerste Slaaf.
Een